Over vier weken om deze tijd bevind ik mij op volle zee, de trouwe schuit stampend onder mijn voeten, de motorfiets veilig in het ruim verstouwd. De kapitein heeft de koers uitgezet naar het Eiland van Avontuur, drie streken stuurboord, koers noord-west, recht-zo-die-gaat, joho joho and a bottle of rum. Om half zes werd zingend het anker gelicht en met een driewerf “hoezee!” dronken wij een oorlam op een behouden vaart. Ik zie mij al helemaal staan, een beetje gespreide benen, nonchalant leunend tegen de verschansing, turend naar de einder, enfin – op en top de zeebonk die ik vroeger had willen worden. In het kraaiennest zit de uitkijk te kleumen, op zoek naar ijsbergen. De zee naast het schip wordt flauw verlicht door het schijnsel uit de patrijspoorten. In de grote salon wordt gelachen, de hapjes gaan rond en de champagne bruist in de tinkelende glazen. Er speelt een orkestje en er wordt gedanst.

Had ik nou toch maar mijn smoking meegenomen…

Maar dat is dus over vier weken pas. Intussen krijg ik er wel steeds meer zin in. De voorbereidingen vorderen gestaag.  Beide motorbanden liggen klaar, de lijstjes worden korter.

En vandaag een leuk pakketje: mijn micro-SD-kaart-houder lag op de mat. Wat een handig ding is dat, zeg! Heel wat slimmer dan al die losse doosjes.

Een paar kleine aanpassingen aan de motor nog, en ik vraag me af of er niet toch een zwaar kettingslot moet komen – maar daarover vertel ik de volgende keer.