Dag vier: van de noordkust naar de Great Glen
Gisteravond ontmoette ik in Armadale House, waar ik de nacht doorbracht, Steve en Emma, uit de buurt van Aberdeen. Ze kwamen aanploffen op een Honda Dominaor 650, een troetelkindje van Steve, zo bleek. We hebben lekker zitten kletsen tot ik mij terugtrok om mijn capriolen voor het nageslacht te documenteren. Vanmorgen aan het ontbijt namen we afscheid.
De wolken speelden tikkertje, de zon kwam er nog niet doorheen, maar het was tenminste droog. Het was minder koud ook. Uitgezwaaid door de gastvrouw vervolgde ik welgemoed mijn weg. Naar het westen, om te beginnen.
De heide is hier donkerbruin met een rode gloed en sommige heuvels zijn groen met lichtbruine vlekken – een aardig patroontje dat verbazend regelmatig oogt. De vorm van de heuvels is wel heel bijzonder. Alles is afgerond, en er lopen diepe groeven doorheen. Alsof je met je vingers sporen in het zand trekt, maar minder regelmatig. Links van me zie ik poelen en kleine meren, die zo te zien niet gevoed worden door een bron of stroom; het zijn gewoon kuilen, littekens in het landschap, die volgeregend zijn.
Er is weinig verkeer, de weg is smal en soms bochtig. Je kunt je gemakkelijk heel alleen wanen. Ik voel me nietig, maar ook heel gelukkig en blij, want het is werkelijk fantastisch om hier te kunnen rijden.
Dan buig ik af naar het zuiden en snijd een stuk af richting Inverness. Het is een lange weg, bijna recht – 60Km eenbaansweg met wisselplaatsen. Ik heb hooguit zeven zijwegen gezien. Ook hier uitgestrekte heidevelden, afewisseld met gras en schapen. De hoogteverschillen vallen mee, de heuvelruggen en -toppen zijn afgerond en de valleien ertussen breed en ondiep. Ook hier vind je veel meren, enkele zelfs behoorlijk groot.
The Falls of Shin is een waterval in de rivier Shin, tussen Bonar Bridge en Lairg. Het is een van de beste plekken in Schotland om, van mei tot september, Atlantische zalm te zien op hun trek stroomopwaarts. Ik geloof echter dat ze in hun nieuwe CAO het weekend vrij hebben gekregen. Het enige dat bewoog, was het water – en dat was al voldoende beloning voor de afdaling ernaartoe.
Voordat ik weer in Iverness terechtkom, buig ik af om een kort bezoek te brengen aan de Balblair Distillery in Edderton. De eerste distillerderij werd opgericht door John Ross in 1790. In 1894 werd het bedrijf overgenomen door Alexander Cowan, die de distilleerderij liet herbouwen op een andere plaats, dichter bij het treinstation. Een dichtbij gelegen riviertje kon niet de kwaliteit van de oorspronkeijke bron leveren. Tot op de dag van vandaag komt het water voor de Balblair whisky uit de Ault Dearg burn. Balblair beschikt over een van de oudste distilleerderij-archieven. De eerste regel is door John Ross zelf geschreven en luidt: “Sale to David Kirkcaldy at Ardmore, one gallon of whisky at £1.8.0d”.
Balblair brengt vintages op de markt. De Distillery Manager keurt en selecteert de whiskies die op de top van hun smaak zijn. De leeftijd kan daardoor nogal verschillen, evenals de oplage. De kwaliteit is altijd goed.
Verder rijdend, nu door het golvende, meer beboste landschap van Ross-shire, bereik ik Drumnadrochit, met het plan om Urquhart Castle te bezoeken. Helaas vond ik de entree wat veel voor de korte tijd die ik er te besteden had. De kasteelruïne staat op de oever van Loch Ness.
Loch Ness is waarschijnlijk het bekendse meer in Schotland. Heeft dat iets te maken met het Monster dat in de volksmond liefkozend “Nessie” wordt genoemd? Het is smal, langgerekt (37Km) en 230 meter diep. Alleen Loch Morar is dieper (310m). Loch Ness is de grootste zoetwatermassa van Groot-Brittannië – het bevat meer water dan alle Engelse en Welsche meren samen!
Loch Oich is het volgende grote meer in de Great Glen. Het is het hoogste deel van het Caledonian Canal. Het waterpeil in het meer is kunstmatig verhoogd om het bevaarbaar te maken.
Het westelijke zee-meer Loch Linnhe volgt de breuk van de Great Glenn. is een a sea loch on the west coast of Scotland. Het Gaelic woord ‘linne’ betekent meer of poel. Loch Linnhe wordt gevoed door Loch Eil in het noorden en Loch Leven in het zuiden. Na zo’n vijftig kilometer mondt het uit in de Firth of Lorne. Aan het noord-westelijke eind mondt de rivier de Lochy bij Fort William in het meer uit.
Het stadje Fort William draait om High Street. Winkels pubs en restaurants vind je hier. De meeste woningen liggen op de steile hellingen erboven. Fort William is de tweede grootste plaats van de Highlands (ca. 10.000 inwoners). Doordat er in de buurt veel de zien en te doen is, is het een bekend toeristencentrum. Naar het zuiden ligt Glen Coe, in het oosten te toppen Aonach Mòr en Ben Nevis, en in het westen Glenfinnan. Er is veel gelegenheid om te wandelen, te fietsen en te klimmen. Verschillende films werden (gedeeltelijk) opgenomen in Fort William, waaronder: Braveheart, Highlander, de Harry Potterfilms en Rob Roy.
Hier blijf ik vanavond. Hoog, droog en met uitzicht over de Lochy. O ja, hier is nog een filmpje dat ik gisteren opgenomen heb:
3 gedachten over “Dag vier: van de noordkust naar de Great Glen”
Prachtige omgeving!
Is het filmpje ergens bij het uploaden achtergebleven? Wordt nu wel nieuwsgierig… 😉
Oops. De link was erafgevallen 😆
Het is gerepareerd en als goedmakertje heb ik nog een paar foto’s gepubliceerd!
:-))
Reageren is niet mogelijk.