Dag zes: Clyde Muirshiel Regional Park en Galloway Forest Park
Vandaag stond als eerste het Clyde Muirshiel Regional Park op het programma. In een druilregentje pak ik mijn spullen in en start de motor. Ik neem afscheid van het uitzicht op de Firth of Clyde en begin te rijden.
Het Clyde Muirshiel Regional Park is de verzamelnaam voor de beschermde en recreatieve gebieden ten zuiden van de Clyde Estuary. Het park is ca. 280 vierkante kilometer groot. Het staat vooral bekend om de recreatieve activiteiten: zeilen, boogschieten, wandelen en fietsen, maar ook buitensporttrainingen zoals oriëntatie en navigatie. Deze activiteiten komen het best tot hun recht in een fraaie natuurlijke omgeving en die is hier in overvloed voorhanden. Bos, heide gras wisselen elkaar af. De velden zijn omheind met granieten muurtjes.
Een stukje naar het zuidoosten ligt Galloway Forest Park. Het is het grootste Forest Park van Groot-Brittannië en meet ca. 780 vierkante kilometer. Soms wordt het ‘the Highlands of the Lowlands’ genoemd, en inderdaad is het behoorlijk geaccidenteerd en gevarieerd terrien. In 1947 kreeg het de status van National Park. Het is één van de schaarse Europese Dark Sky Parks.
Er zijn vrij weinig wegen door het park, maar zeker de smallere brengen je op de meest fantastische plaatsen.
Er zijn dromerige valleien, omringd door met heide en bos bedekte heuvels te vinden, rotswanden, en een paar echte bergen. Het landschap wordt doorsneden door rivieren, beken en lochs. De beken hebben opvallend diepe geulen uitgesleten, die beschutting bieden aan een grote verscheidenheid aan planten en dieren.
Het park wordt toegankelijk gemaakt door de drie Forestry Commission visitor centres in Glentrool, Kirroughtree and Clatteringshaws.
Aan het eind van de rit rijd ik over de Queen’s Way en de Raider’s Road, die een paar fraaie uitzichten op het bosgebied geven.
Dan vervolg ik de zuid-oostelijke koers naar Dumfries. Waarschijnlijk stamt de naam van deze marktstad uit het Schots Gaelic: Dún Phris (fort van het bos). Robert de Bruce begon hier zijn opstand die tot de onafhankelijkheid van Schotland zou leiden. Hier ruimde hij zijn rivaal John (the Red) Comyn uit de weg. (Toen Robert niet zeker wist of Comyn echt dood was, was het Roger de Kirkpatrick die onder de woorden: “I mak siccar”, de klus voltooide. Het is nog steeds de wapenspreuk van de Kirkpatricks.) Later was de bekende Schotse dichter Robert Burns thuis in Dumfries waar hij woonde van 1791 tot zijn dood in 1796.
Op maandagavond is er weinig te doen, maar deze keer waren de Pipes en Drums helemaal paraat. Dat fleurde de boel behoorlijk op!
Eén gedachte over “Dag zes: Clyde Muirshiel Regional Park en Galloway Forest Park”
Ha jan, hier wat bewolking, maar wel droog. Geniet maar van je dag.
Gister weer dagje op kantoor geweest, maar om het vakantie gevoel nog wat te rekken vandaag en morgen maar vrij en nachtje over naar Hoek v Holland.
Mag 25 juli op gesprek in Nijmegen.
Leuke foto’s overigens. Herinnert me aan 1974 😉
Reageren is niet mogelijk.